Dit zijn de duurste inkomende LaLiga-transfers in de geschiedenis

Imre Himmelbauer

• Bijgewerkt: 23 feb. 2024 16:12 CET
• 5 min leestijd

Top tien

Bijna elke transferperiode doen de Europese topclubs een aantal grote aan- en verkopen. Ook de clubs in LaLiga hebben over de jaren heen een aantal enorme transfers bewerkstelligd en flink geld uitgegeven op de transfermarkt. Dit zijn de tien duurste inkomende transfers in LaLiga aller tijden.

Frenkie de Jong - 86 miljoen euro (Van Ajax naar Barcelona, 2019/20)

Na het winnen van de dubbel en het behalen van de halve finale van de Champions League met Ajax, had Frenkie de Jong de clubs voor het uitkiezen. De stijlvolle middenvelder had een groot aandeel in de successen van Ajax en maakte deel uit van de gouden lichting. De Jong kon in de zomer van 2019 naar Paris Saint-Germain en Manchester United, maar koos uiteindelijk voor Barcelona. De club legde uiteindelijk 86 miljoen euro op tafel voor de jeugdexponent van Willem II en RKC Waalwijk. De Jong was die zomer de duurste aanwinst van Barcelona en tekende destijds een contract voor vijf seizoenen bij de Spaanse topclub.

Neymar - 86,2 miljoen euro (Van Santos naar Barcelona, 2013/14)

Neymar stond jarenlang bekend als het grootste voetbaltalent ter wereld. De Braziliaan was al op zestienjarige leeftijd basisspeler bij Santos en had dan ook de Europese topclubs voor het uitkiezen. Het toptalent nam de tijd voor zijn beslissing en maakte pas op zijn 21-jarige leeftijd de overstap naar Barcelona. De Spaanse topclub betaalde in totaal 86,2 miljoen euro voor Neymar, die begin juni 2013 werd gepresenteerd aan 56.000 toeschouwers in Camp Nou. De torenhoge verwachtingen maakte de Braziliaan meer dan waar bij Barcelona, waarme hij twee landstitels en de Champions League won. In de zomer van 2017 vertrok Neymar naar Paris Saint-Germain, dat liefst 222 miljoen euro voor de Braziliaanse superster. Hiermee werd de aanvaller op dat moment de duurste speler aller tijden.

Cristiano Ronaldo - 94 miljoen euro (Van Manchester United naar Real Madrid, 2009/10)

Cristiano Ronaldo maakte furore als speler van Manchester United, waarmee hij in 2008 nog de Champions League won. In zijn zoektocht naar een nieuwe uitdaging trok de Portugese superster naar LaLiga, waar Real Madrid 94 miljoen euro betaalde om hem binnen te halen. De Portugees werd op dat moment de duurste speler aller tijden. In de jaren dat Ronaldo actief was voor los Blancos heeft hij de transfersom ruimschoots terugbetaald. De aanvaller ontpopte zich tot ware doelpuntenmaching en won met Real Madrid alles wat er te winnen valt. Zo werd onder meer vier keer de Champions League binnengehaald en won hij ook twee keer de Spaanse landstitel. Na veel succesvolle jaren was de aanvaller in 2018 toe aan een nieuwe uitdaging. Ronaldo vertrok voor honderd miljoen euro naar Juventus.

Gareth Bale - 101 miljoen euro (Van Tottenham Hotspur naar Real Madrid, 2013/14)

Gareth Bale mocht zich na zes indrukwekkende seizoenen bij Tottenham Hotspur opmaken voor een transfer naar Real Madrid. De Welshman had vooral in zijn laatste seizoen een geweldige indruk achtergelaten, met 26 goals in 44 wedstrijden. Real besloot de aanvaller naar de Spaanse hoofdstad te halen en op 1 september 2013 werd de transfer officieel beklonken. De clubkanalen maakten in eerste instantie bekend dat hij voor 91 miljoen euro was aangetrokken. In januari 2016 werd echter bekend dat Tottenham Hotspur 101 miljoen euro had ontvangen. Bale werd daarmee de eerste voetballer ooit voor wie meer dan 100 miljoen euro werd betaald.

Jude Bellingham - 103 miljoen euro + 30,9 miljoen euro (Van Borussia Dortmund naar Real Madrid, 2023/24)

Jude Bellingham maakte al op jonge leeftijd naam voor zichzelf in Engeland en werd bij zijn eerste officiële wedstrijd voor Birmingham City, in augustus 2019, de jongste debutant voor de club aller tijden op dat moment. In de zomer van 2020 werd Bellingham voor 25 miljoen euro, exclusief 5 miljoen euro aan bonussen, verkocht aan Borussia Dortmund. Als tiener groeide hij al snel uit tot vaste waarde in dienst van de Duitse topclub en na 132 officiële wedstrijden (24 doelpunten, 25 assists) sloeg Real Madrid toe. In de zomer van 2023 werd Bellingham voor 103 miljoen euro, exclusief 30,9 miljoen euro aan bonussen, overgenomen van Dortmund.

Eden Hazard - 115 miljoen euro (Van Chelsea naar Real Madrid, 2019/20)

Eden Hazard was de absolute ster bij Chelsea en wist in 352 wedstrijden zowel 110 keer te scoren als 92 assists te verzorgen. De overgang van Hazard naar Real Madrid hing dan ook al meerdere jaren in de lucht. Uiteindelijk maakte de Belg pas op 7 juni 2019 de transfer naar Real Madrid. Los Blancos hadden maar liefst 115 miljoen euro over voor de spelmaker. Met deze transfer werd de aanvaller op dat moment de duurste transfer van Real Madrid aller tijden. De samenwerking tussen Hazard en de Spaanse topclub werd echter geen succes en in de zomer van 2023 werd zijn contract ontbonden. Niet veel later zette hij ook een punt achter zijn actieve loopbaan.

Antoine Griezmann - 120 miljoen euro (Van Atlético Madrid naar Barcelona, 2019/20)

Met de komst van Antoine Griezmann had Barcelona in 2019 eindelijk de gewenste opvolger van Neymar binnen. De Franse aanvaller doorliep de jeugdopleiding van Real Sociedad, waar hij doorbrak in het Spaanse voetbal. Toch kwam Griezmann pas echt tot bloei bij Atlético Madrid. De aanvaller kreeg een vrije rol onder trainer Diego Simeone en leverde de club op 12 juli 2019 een bedrag van 120 miljoen euro op. Griezmann kwam in zijn eerste jaren niet echt uit de verf bij Barcelona. De club verhuurde hem in 2021 voor twee seizoenen aan zijn oude club Atlético Madrid, dat hem in de zomer van 2023 definitief overnam voor twintig miljoen euro.

João Félix - 127,2 miljoen euro (Van Benfica naar Atlético Madrid, 2019/2020)

João Félix kende een indrukwekkend debuutseizoen bij Benfica, waarin hij in 43 wedstrijden 20 keer wist te scoren. De wereld lag dan ook aan de voeten van de aanvaller en Atlético was bereid om 127,2 miljoen euro neer te leggen voor Félix. Hiermee werd het talent niet alleen de duurste aankoop aller tijden van de Madrilenen, maar ook de duurste Portugese voetballer ooit op dat moment. Hiermee stootte hij Cristiano Ronaldo van de troon. Na 2,5 seizoen werd het uitzicht op speeltijd voor Félix echter minder bij Atlético en werd hij voor een half seizoen verhuurd aan Chelsea. In de zomer van 2023 werd hij opnieuw verhuurd, maar ditmaal aan Barcelona.

Philippe Coutinho - 135 miljoen euro (Van Liverpool naar Barcelona, 2017/18)

Na vijf goede seizoenen bij Liverpool besloot Barcelona om Philippe Coutinho in 2018 naar LaLiga te halen. De Braziliaan kostte de Catalanen in eerste instantie 121 miljoen euro, maar dit bedrag liep middels bonussen nog op naar 135 miljoen euro. Hiermee werd Coutinho op dat moment de duurste inkomende transfer ooit binnen LaLiga. De transfer werd echter geen succes. De aanvaller maakte weinig indruk in Spanje en scoorde in zijn debuutseizoen slechts zeven competitiedoelpunten. In januari 2022 koos Coutinho eieren voor zijn geld en vertrok hij op huurbasis naar Aston Villa. Hier wist de aanvaller zich redelijk te herpakken, waarna de Engelsen in de zomer van 2022 Coutinho voor 20 miljoen euro definitief overnamen van Barcelona.

Ousmane Dembélé - 145 miljoen euro (Van Borussia Dortmund naar Barcelona, 2017/18)

Na de recordtransfer van Neymar naar Paris Saint-Germain was Barcelona in 2017 naarstig op zoek naar versterkingen voor in de voorhoede. De Catalanen kwamen al gauw uit bij Ousmane Dembélé. De Franse aanvaller speelde slechts één seizoen bij Borussia Dortmund, maar wist de hele Bundesliga op stelten te zetten. De aanvaller scoorde aan de lopende band en was klaar voor stap richting de absolute top. Barcelona twijfelde geen moment en betaalde op 25 augustus een bedrag van 145 miljoen euro aan de Duitse topclub. Daarmee was Dembélé op dat moment niet alleen de duurste aankoop ooit van Barcelona, maar ook de duurste uitgaande speler van Borussia Dortmund. Door blessureleed kwam Dembélé niet helemaal uit de verf bij Barcelona en in de zomer van 2023 activeerde PSG een clausule in het contract van Dembélé waardoor hij voor vijftig miljoen euro gekocht kon worden door de Franse topclub.