AZ zag miljoenentransfer bijna in rook opgaan door toedoen van speler

Dylan ter Laak

• 8 okt. 2025 17:26 CEST
• 3 min leestijd

Transfer op het nippertje rond

AZ incasseerde afgelopen zomer weer de nodige miljoenen. Onder meer Ruben van Bommel, Ernest Poku en Jayden Addai vertrokken allemaal voor forse bedragen uit Alkmaar. Laatstgenoemde vertrok naar het Italiaanse Como 1907, maar onthult nu tegenover het Noordhollands Dagblad dat hij in eerste instantie helemaal niet stond te springen om een vertrek bij AZ.

In Alkmaar hoorde men de afgelopen zomer diverse malen de kassa flink rinkelen. Met de verkoop van de nodige spelers kon de clubleiding van AZ weer de nodige miljoenen bijschrijven. Maar liefst vier transfers vonden plaats voor een bedrag van tien miljoen euro of meer. AZ verdiende zodoende tientallen miljoenen.

Ook Addai vertrok uit Alkmaar. De transfer naar Como had eerst nog wel wat voeten in de aarde. Het had er zelfs even schijn van dat de transfer geen doorgang zou vinden. Uiteindelijk vonden beide clubs elkaar toch. AZ ontving een bedrag van maar liefst veertien miljoen euro voor de aanvaller, die in Alkmaar zijn echte doorbraak nog niet eens had gehad.

Addai wilde niet

Toch had het niet veel gescheeld of Addai was gebleven. Aan het Noordhollands Dagblad vertelt hij namelijk dat hij helemaal geen oren had naar een vertrek uit Alkmaar. "Eerst wilde ik blijven, omdat ik het eerst nog bij AZ wilde laten zien. Toen ik vroeger met mijn vader op de tribune zat, had ik altijd het gevoel gehad dat ik het bij AZ wilde laten zien in de eredivisie. Dat is niet helemaal gelukt en dat vind ik jammer. Doet wel een beetje pijn. Ik was liever vertrokken met dertig goals achter mijn naam", vertelt de vleugelaanvaller.

Addai weet zelf ook waar het aan ligt dat hij zijn doorbraak bij AZ nog niet kon beleven. "Het kwam gedeeltelijk door blessures, maar ook door andere dingen. In het begin vond ik het moeilijk om op de bank te zitten. In de jeugd speelde ik alles, maar toen ik bij het eerste kwam, zat ik vijf wedstrijden achter elkaar op de bank", zegt hij. "Daar had ik wel moeite mee. Ik dacht soms ’laat maar zitten’. Zat een beetje met mezelf in de knoei. En toen het later wél goed ging, raakte ik een paar keer geblesseerd. De tweede helft van afgelopen seizoen had mijn doorbraak kunnen zijn, als ik niet geblesseerd was geraakt."